De  ecosysteemaanpak in graslanden

Onder graslanden verstaan we biotopen met bijna enkel kruidachtige planten, zoals bijvoorbeeld margrieten (Leucanthemum) en gestreepte witbol (Holcus lanatus). Met begrazing of maaien zet men de vegetatie in graslanden een of meerdere keren per jaar kort. Hierdoor groeien in een grasland geen houtachtige soorten.

Juist omdat je in deze biotopen eigenlijk inzet op een minimaal beheer op gezette momenten, krijgt de duizendknoop alle kansen om zich razendsnel te ontwikkelen en verspreiden. We zien daardoor steeds meer graslanden die bedreigd worden door de duizendknoop.

De ecosysteemaanpak in graslanden

Graslanden zijn belangrijk voor de Nederlandse natuur en biodiversiteit. Ook de graslanden langs wegen die Nederland dooraderen en een leefgebied zijn voor allerlei flora- en faunasoorten. Door de enorme lengte en het halfnatuurlijke karakter van deze graslanden hebben zij de potentie om een belangrijk leefgebied te vormen voor insecten, die het in het intensief gebruikte buitengebied zwaar hebben.

Helaas is de landelijke trend dat de kwaliteit van de begroeiing in de bermen steeds verder achteruitgaat in soortenrijkdom en dat de natuurfunctie van de wegbermen verdwijnt. Deze achteruitgang wordt veroorzaakt door meerdere factoren, waaronder intensief maaibeheer, stikstofdepositie, het achterblijven van maaisel en de toename van invasieve exoten zoals de Japanse duizendknoop (Fallopia Japonica).
Duizendknopen profiteren van hoge stikstofconcentraties en de gaten die ontstaan in de inheemse vegetatie door intensief maaien. Het bestrijden van duizendknopen bestaat traditioneel voornamelijk uit het maaien, begrazen en ontwortelen van de plant. Volledige eliminatie van invasieve duizendknopen is vrijwel niet mogelijk en achtergebleven wortelresten leiden op termijn tot het herstel van de duizendknooppopulatie. Daarnaast zorgen de huidige bestrijdingsmethodes ervoor dat er een situatie ontstaat met weinig natuurlijke weerstand tegen invasieve exoten.

Doorbreken dominantie en structureel verhogen veerkracht door introduceren concurrentie
En juist die natuurlijke weerstand kan zowel de vestiging als de snelle uitbreiding van de exoot tegengaan. Het kunstmatig verhogen van de veerkracht van graslanden tegen invasieve exoten is te realiseren door de concurrentie, tussen de invasieve exoot en inheemse vegetatie, om licht en voedingsstoffen te stimuleren. Dit is te doen door het aanvullen en herstellen van populaties inheemse soorten in deze graslanden. Om de inheemse soorten een goede start te geven, doorbreken we eenmalig de dominantie van de duizendknopen door deze te verwijderen en de hergroei gedurende twee jaar hergroei tegen te gaan. Daarnaast planten we actief inheemse concurrerende vegetatie zoals bramen en kruidenmengsels. Deze bieden op termijn weerstand tegen de duizendknopen.

De  ecosysteemaanpak in graslanden

Onder graslanden verstaan we biotopen met bijna enkel kruidachtige planten, zoals bijvoorbeeld margrieten (Leucanthemum) en gestreepte witbol (Holcus lanatus). Met begrazing of maaien zet men de vegetatie in graslanden een of meerdere keren per jaar kort. Hierdoor groeien in een grasland geen houtachtige soorten.

Juist omdat je in deze biotopen eigenlijk inzet op een minimaal beheer op gezette momenten, krijgt de duizendknoop alle kansen om zich razendsnel te ontwikkelen en verspreiden. We zien daardoor steeds meer graslanden die bedreigd worden door de duizendknoop.

De ecosysteemaanpak in graslanden

Graslanden zijn belangrijk voor de Nederlandse natuur en biodiversiteit. Ook de graslanden langs wegen die Nederland dooraderen en een leefgebied zijn voor allerlei flora- en faunasoorten. Door de enorme lengte en het halfnatuurlijke karakter van deze graslanden hebben zij de potentie om een belangrijk leefgebied te vormen voor insecten, die het in het intensief gebruikte buitengebied zwaar hebben.

Helaas is de landelijke trend dat de kwaliteit van de begroeiing in de bermen steeds verder achteruitgaat in soortenrijkdom en dat de natuurfunctie van de wegbermen verdwijnt. Deze achteruitgang wordt veroorzaakt door meerdere factoren, waaronder intensief maaibeheer, stikstofdepositie, het achterblijven van maaisel en de toename van invasieve exoten zoals de Japanse duizendknoop (Fallopia Japonica).
Duizendknopen profiteren van hoge stikstofconcentraties en de gaten die ontstaan in de inheemse vegetatie door intensief maaien. Het bestrijden van duizendknopen bestaat traditioneel voornamelijk uit het maaien, begrazen en ontwortelen van de plant. Volledige eliminatie van invasieve duizendknopen is vrijwel niet mogelijk en achtergebleven wortelresten leiden op termijn tot het herstel van de duizendknooppopulatie. Daarnaast zorgen de huidige bestrijdingsmethodes ervoor dat er een situatie ontstaat met weinig natuurlijke weerstand tegen invasieve exoten.

Doorbreken dominantie en structureel verhogen veerkracht door introduceren concurrentie
En juist die natuurlijke weerstand kan zowel de vestiging als de snelle uitbreiding van de exoot tegengaan. Het kunstmatig verhogen van de veerkracht van graslanden tegen invasieve exoten is te realiseren door de concurrentie, tussen de invasieve exoot en inheemse vegetatie, om licht en voedingsstoffen te stimuleren. Dit is te doen door het aanvullen en herstellen van populaties inheemse soorten in deze graslanden. Om de inheemse soorten een goede start te geven, doorbreken we eenmalig de dominantie van de duizendknopen door deze te verwijderen en de hergroei gedurende twee jaar hergroei tegen te gaan. Daarnaast planten we actief inheemse concurrentie vegetatie zoals bramen en kruidenmengsels. Deze bieden op termijn weerstand tegen de duizendknopen.

Laatste nieuws