Amerikaanse vogelkers Prunus serotina
Hoe je deze boom kunt terugdringen met kleinschalig bosbeheer en het introduceren van meer boomsoorten, en tegelijk zijn aanwezigheid in het bosecosysteem accepteert

De Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) doet het uitstekend in onze bos- en natuurterreinen, tot grote frustratie van menig beheerder. De soort komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is sinds haar introductie in Nederland en Vlaanderen zo succesvol dat hij de titel ‘bospest’ heeft gekregen. Jaren van intensieve bestrijding volgden. Inmiddels is duidelijk dat het bestrijden van Amerikaanse vogelkers niet alleen veel tijd en financiële middelen vraagt, maar dat het lang niet altijd succesvol is. Door het vraagstuk vanuit de ecosysteemaanpak te bekijken, is het mogelijk om toe te werken naar een balans. Een situatie waarbij de Amerikaanse vogelkers geen bedreiging is voor het inheemse bosecosysteem, maar eerder een waardevol onderdeel.

English: Black cherry
Français: Cerisier tardif
Deutsch: Späte Traubenkirsche

Klik hier voor interessante publicaties over de Amerikaanse vogelkers in het kader van LIFE Resilias.

Ecosysteemaanpak Amerikaanse vogelkers

De LIFE Resilias ecosysteemaanpak voor de Amerikaanse vogelkers bestaat uit het aanplanten van inheemse boom- en struiksoorten die de concurrentie met vogelkers aangaan in combinatie met het versterken van het bosklimaat door kleinschalig beheer. We bekijken per gebied wat er nodig is. Zo krijgen de inheemse soorten die we aanplanten een optimale kans om de concurrentie met de vogelkers aan te gaan, waardoor er een goede balans in het bosecosysteem kan ontstaan.

Ecosysteemdiensten

De aanwezigheid van vogelkers in bossen beïnvloedt de biodiversiteit. Licht behoevende soorten in de kruidlaag krijgen het moeilijker. De soortensamenstelling verschuift naar wat ‘echte bossoorten’ genoemd worden, zoals bosanemoon (Anemone nemorosa), salomonszegel (Polygonatum multiflorum) en dalkruid (Maianthemum bifolium). In de strooisellaag en bodem zien we een verschuiving van soorten gebonden aan langzame strooiselafbraak (mijten, springstaarten), naar soorten gebonden aan een snelle nutriëntenkringloop, zoals regenwormen en bacteriën. Het rijke strooisel van de vogelkers was dan ook ooit een van de belangrijkste redenen om hem in onze bossen te introduceren. De snelle ontwikkeling van vogelkersverjonging – waar bosbeheerders in de dennenmonoculturen zo’n last van hadden – blijkt in gemengde bossen een bijdrage te leveren aan het behoud van het bosklimaat. Het vogelkersenhout (Amerikaans kersen) is vergelijkbaar met hout van de boskers (Europees kersen) en wordt gebruikt in meubel- en fineertoepassingen.

Botanische beschrijving

De Amerikaanse vogelkers is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is inmiddels een algemene boomsoort in Vlaanderen en Nederland en is vooral bekend als ondergroei in lichte bossen of als struiken in bosranden. Deze struikvorm is het gevolg van opgroeien in de schaduw en van regelmatig afzetten in een poging de soort te bestrijden. De vogelkers zal zich bij voldoende licht echter ontwikkelen tot een imposante boom.

Kenmerken
Van mei tot juni verschijnen witte bloemtrossen met 20 tot 60 bloemen, waaruit na bestuiving gedeeltelijk kersen ontstaan. De bladeren zijn langgerekt, met een fijn gezaagde bladrand en een gladde, donkergroene bovenzijde. In de herfst kleurt het blad geel, soms groen-paars en in de winter verliest hij zijn bladeren. De kersen hebben aan de voet een vastzittend kroontje, dat gevormd wordt door de achtergebleven kelkbuis. De vrucht is een 1 cm grote steenvrucht met een 6-7 mm grote pit en is eetbaar. De vogelkers is herkenbaar aan de grijze streepjes op de bast (de lenticellen), dwars op de groeirichting van de twijg of tak. De roodbruine twijgen zijn slank, rond en glad met kleine, lichtbruine knoppen. Bij krabben aan jonge twijgen en kneuzen van het blad komt een bittere amandelreuk vrij.

Amerikaanse vogelkers Prunus serotina
Hoe je deze boom kunt terugdringen met kleinschalig bosbeheer en het introduceren van meer boomsoorten, en  tegelijk zijn aanwezigheid in het bosecosysteem accepteert

De Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) doet het uitstekend in onze bos- en natuurterreinen, tot grote frustratie van menig beheerder. De soort komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is sinds haar introductie in Nederland en Vlaanderen zo succesvol dat hij de titel ‘bospest’ heeft gekregen. Jaren van intensieve bestrijding volgden. Inmiddels is duidelijk dat het bestrijden van Amerikaanse vogelkers niet alleen veel tijd en financiële middelen vraagt, maar dat het lang niet altijd succesvol is. Door het vraagstuk vanuit de ecosysteemaanpak te bekijken, is het mogelijk om toe te werken naar een balans. Een situatie waarbij de Amerikaanse vogelkers geen bedreiging is voor het inheemse bosecosysteem, maar eerder een waardevol onderdeel.

English: Black cherry
Français: Cerisier tardif
Deutsch: Späte Traubenkirsche

Klik hier voor interessante publicaties over de Amerikaanse vogelkers in het kader van LIFE Resilias.

Ecosysteemaanpak Amerikaanse vogelkers

De LIFE Resilias ecosysteemaanpak voor de Amerikaanse vogelkers bestaat uit het aanplanten van inheemse boom- en struiksoorten die de concurrentie met vogelkers aangaan in combinatie met het versterken van het bosklimaat door kleinschalig beheer. We bekijken per gebied wat er nodig is. Zo krijgen de inheemse soorten die we aanplanten een optimale kans om de concurrentie met de vogelkers aan te gaan, waardoor er een goede balans in het bosecosysteem kan ontstaan.

Ecosysteemdiensten

De aanwezigheid van vogelkers in bossen beïnvloedt de biodiversiteit. Licht behoevende soorten in de kruidlaag krijgen het moeilijker. De soortensamenstelling verschuift naar wat ‘echte bossoorten’ genoemd worden, zoals bosanemoon (Anemone nemorosa), salomonszegel (Polygonatum multiflorum) en dalkruid (Maianthemum bifolium). In de strooisellaag en bodem zien we een verschuiving van soorten gebonden aan langzame strooiselafbraak (mijten, springstaarten), naar soorten gebonden aan een snelle nutriëntenkringloop, zoals regenwormen en bacteriën. Het rijke strooisel van de vogelkers was dan ook ooit een van de belangrijkste redenen om hem in onze bossen te introduceren. De snelle ontwikkeling van vogelkersverjonging – waar bosbeheerders in de dennenmonoculturen zo’n last van hadden – blijkt in gemengde bossen een bijdrage te leveren aan het behoud van het bosklimaat. Het vogelkersenhout (Amerikaans kersen) is vergelijkbaar met hout van de boskers (Europees kersen) en wordt gebruikt in meubel- en fineertoepassingen.

Botanische beschrijving

De Amerikaanse vogelkers is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is inmiddels een algemene boomsoort in Vlaanderen en Nederland en is vooral bekend als ondergroei in lichte bossen of als struiken in bosranden. Deze struikvorm is het gevolg van opgroeien in de schaduw en van regelmatig afzetten in een poging de soort te bestrijden. De vogelkers zal zich bij voldoende licht echter ontwikkelen tot een imposante boom.

Kenmerken
Van mei tot juni verschijnen witte bloemtrossen met 20 tot 60 bloemen, waaruit na bestuiving gedeeltelijk kersen ontstaan. De bladeren zijn langgerekt, met een fijn gezaagde bladrand en een gladde, donkergroene bovenzijde. In de herfst kleurt het blad geel, soms groen-paars en in de winter verliest hij zijn bladeren. De kersen hebben aan de voet een vastzittend kroontje, dat gevormd wordt door de achtergebleven kelkbuis. De vrucht is een 1 cm grote steenvrucht met een 6-7 mm grote pit en is eetbaar. De vogelkers is herkenbaar aan de grijze streepjes op de bast (de lenticellen), dwars op de groeirichting van de twijg of tak. De roodbruine twijgen zijn slank, rond en glad met kleine, lichtbruine knoppen. Bij krabben aan jonge twijgen en kneuzen van het blad komt een bittere amandelreuk vrij.

Laatste nieuws

ICAIS symposium

13 mei 2024|

Deze week vindt het ICAIS symposium plaats in Halifax, Canada. Op dit symposium staat de nieuwste wetenschappelijke kennis rond aquatische invasieve exoten centraal. [...]