De Franse overheid organiseert samen met soorten-, biodiversiteits- en invasieve soortenorganisaties de uitwisseling over invasieve soorten tussen beleidsmakers en onderzoekers.

Inleiding door Bart Nyssen bij Atelier 1: Hoe over te gaan van de focus op een soort naar de aandacht voor ecosysteemherstel op grotere schaal. (Foto Bram D’hondt)

Spontaan ontwikkeld volwassen zomereiken-kastanjebos onder 140 jarige blauwe gomboombos (Eucalyptus globulus). Galicië, Spanje. (Foto Bart Nyssen)

Amerikaanse vogelkers met tweede boomlaag van esdoorn, Noorse esdoorn, beuk, es, hulst, lijsterbes en linde. Deze boomsoorten konden zich vestigen voordat er voldoende licht voor de verjonging van vogelkers aanwezig was. Waasmunster, België. (Foto Rudi Nielandt)

Atelier 1 werkt aan de voordelen en de beperkingen van en de hefbomen voor de implementatie van de ecosysteemaanpak. (Foto Bart Nyssen)

De voordelen van de ecosysteemaanpak liggen volgens de Franse beleidsmakers en onderzoekers vooral op het gebied van veerkracht en duurzaamheid, vergrote kennis van het functioneren van ecosystemen, transdisciplinaire samenwerking en een positieve communicatie.

Resilias in Frankrijk

Franse overheden organiseren met enige regelmaat Journéees d’échanges techniques francophones (Franstalige dagen voor technische uitwisseling). Ditmaal was het thema Espèces Exotiques Envahissantes (EEE), ofwel invasieve uitheemse soorten. Bart Nyssen was op uitnodiging in Frankrijk om voor beleidsmakers en onderzoekers de ecosysteemaanpak van LIFE Resilias toe te lichten. Hij doet hieronder een verslag van de inzichten en ervaringen.

“Net zoals in Nederland en België staat de bestrijding van wijd verbreide invasieve soorten daar op een dood spoor. In een Atelier (workshop in goed Nederlands) werd uitgewerkt hoe ecosysteemherstel bij kan dragen aan het terugdringen van dominantie door invasieve soorten, zonder daarbij de illusie te hebben dat deze soorten ooit nog uit ons landschap verdwijnen. Geconfronteerd met de onmogelijkheid invasieve soorten uit te roeien eenmaal deze zich verspreid in het landschap gevestigd hebben, zochten zij naar alternatieven voor de uitzichtloze bestrijding. Via hun en ons netwerk kwamen zij bij Resilias terecht met deze vraag. Besloten werd tot een workshop ronde de ecosysteemaanpak van invasieve soorten. Dit werd Atelier 1 ‘Comment passer d’une gestion espèce-centrée à une restauration des écosystèmes à plus large échelle’ (Hoe over te gaan van de focus op een soort naar de aandacht voor ecosysteemherstel op grotere schaal).”

Uitbreiden ecosysteemaanpak

“Dankzij het project LIFE Resilias waren wij in staat de ecosysteemaanpak die we eerder uitwerkten voor de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) uit te breiden naar de Amerikaanse eik (Quercus rubra) en de robinia (Robinia pseudoacacia). Vanuit de behoefte te verifiëren of de ecosysteemaanpak ook in andere delen van Europa en de wereld op een vergelijkbare wijze toegepast kan worden voegden we daar samen met onderzoekers wereldwijd de invasieve boomsoorten vederesdoorn (Acer negundo), hemelboom (Ailanthus altissima), blauwe gomboom (Eucalyptus globulus) en Montereyden (Pinus radiata) aan toe. Hetgeen voor deze conferentie in Montpellier zeer gelegen kwam gezien de problemen met deze laatste vier boomsoorten in Zuid-Frankrijk en in Franse overzeese gebieden.”

Pionier eigenschappen

“De genoemde boomsoorten hebben gemeenschappelijk dat zij onder bepaalde omstandigheden invasief kunnen zijn. Een nadere blik op die invasiviteit laat zien dat deze voortkomt uit pioniereigenschappen van deze bomen: overvloedige zaadproductie, reeds op jonge leeftijd, gemakkelijke zaadverspreiding en snelle jeugdgroei. Maar dit pionierkarakter betekent tegelijkertijd dat zij veel licht nodig hebben om zich te verjongen, dat zij steeds meer licht doorlaten met ouder worden en dat zij meestal slechts kort leven.”

“Dit pionierkarakter van deze invasieve bomen blijkt de sleutel te zijn tot de ecosysteemaanpak van deze boomsoorten. Het zijn pioniers en die zich makkelijk vestigen in een pioniersituatie zoals dennen- of eikenmonoculturen, na kaalkap of bij ontbossing ten behoeve van heideherstel. En deze pioniers staan onder hun kronendak verjong van inheemse halfschaduw en schaduwboomsoorten toe. Zij het onder twee voorwaarden: aanwezigheid van de zaadbomen en een graasdruk van reeën en herten die bosverjonging toestaat.”

Herstel bosecosysteem

“In bossen ligt de ecosysteemaanpak dan ook voor de hand. Laat bossen zich ontwikkelen naar gemengde en gelaagde bossen en de invasieve bomen worden op termijn door het bos zelf teruggedrongen. Hetgeen neerkomt op herstel van het bosecosysteem en sterk overlapt met wat nodig is om bossen voor te bereiden op de effecten van het veranderende klimaat.”

“Deze, eigenlijk zeer eenvoudige boodschap, werd door de Franstalige beleidsmakers en onderzoekers enthousiast omarmd. In het Atelier 1 werd uitgewerkt wat de voordelen zijn van de ecosysteemaanpak, welke beperkingen deze in de weg staan en welke hefbomen benut kunnen worden om de overgang van bestrijden naar ecosysteemherstel te realiseren.”

Approche Écosystemique

“Al snel bleek de Franse vertaling ‘l’approche de la résilience de l’écosystème (ARÉ)‘ van de officiële naam van de ecosysteemaanpak in Resilias ‘Ecosystem Resilience Approach (ERA)’ in de praktijk niet erg werkbaar. Via de tussenstap ‘Approche Systemique’ werd uiteindelijk voor de term ‘Approche Écosystemique’ gekozen, ofwel de ecosysteemaanpak.”

“Een deelnemer verzuchtte dat we met de approche écosystemique eindelijk een aanpak hebben die de communicatie een stuk gemakkelijker maakt. Deze opmerking werd gelijk verkozen tot de afsluitende conclusie van dit atelier: In plaats van de negatieve benadering, dat we invasieve soorten bestrijden, hebben we nu een positieve benadering: we hérstellen het ecosysteem.”